schraal

bijv.naamw.

Uitspraak:

[sxral]

1) wat weinig waarde heeft of oplevert - lean, thin, meagre

een schrale troost - a cold comfort schrale grond - baren soil

een schrale wind (=een onaangenaam koude wind) - dry wind

2) (van huid) droog, schilferig en pijnlijk - chaffing, dry

schrale lippen - chapped lips

© K Dictionaries Ltd.

schraal

lean ; unpretentious ; unfruitful ; thin ; sober ; skinny ; simple ; shabby ; puny ; poor ; parched ; modest ; miserable ; meagre ; flimsy ; barren ; austere ; coarse ; sparingly ; slender ; skimpy ; scarce ; scanty ; rough ; meager ; infertile ; in short supply ; gaunt

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; KNNV Botanical glossary




NL: armzalig
NL: behoeftig
NL: berooid
NL: dor
NL: droog
NL: dun
NL: dunnetjes
NL: gebarsten
NL: geen vet op de botten hebbende
NL: gierig

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: meagre US-spelling: meager

NL: schrale troost EN: cold comfort
NL: schraal in de kleren zitten EN: be shabbily dressed
NL: schraal bij kas zijn EN: be short of money