Vertalingen samengaan NL>EN
samengaan
werkw.
| Uitspraak: | [ˈsamə(n)xan] |
| Verbuigingen: | ging samen (verl.tijd ) is samengegaan (volt.deelw.) |
1) bij elkaar passen -
go together, go hand in hand, blend, fit | Eenvoud en comfort gaan in dit hotel goed samen. - Simplicity and comfort go hand in hand in this hotel. |
2) (van bedrijven) één geheel worden -
merge, integrate © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| samengaan (ww.) | to agree ; to be accompanied by ; to be attended by ; to be compatible ; to conform ; to follow ; to fuse ; to go together ; to go with ; to merge ; to tally |
| samengaan | accord ; coincidence |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `samengaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: fuserenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: fuse US-spelling: fuze |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: samengaan met
EN: go with EN: stand in with (a party)NL: dat gaat niet samen met
EN: that is incompatible withNL: doen
samengaan
EN: combine