Vertalingen ravotten NL>EN
ravotten (ww.) | to frolic ; to horse around ; to let oneself go ; to romp ; to romp around ; to run around wildly |
het ravotten | the play |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ravotten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dollenNL: spelenNL: stoeien