Vertaal
Naar andere talen: • pastor > DEpastor > ESpastor > FR
Vertalingen pastor NL>EN
de pastor (m) the clergyman ; the minister ; the pastor ; the preacher ; the vicar
pastor priest
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `pastor`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: dominee
NL: herder
NL: predikant
NL: voorganger
NL: zielszorger
NL: zielverzorger