Vertalingen herder NL>EN
de herder
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈhɛrdər] |
| Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) iemand die als beroep een kudde schapen bewaakt -
shepherd, -herder 2) hondensoort -
herdsman, shepherd, -herd | een Duitse herder - a German shepherd |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de herder (m) | the herdsman ; the pastor ; the shepherd |
| herder | herd ; musterer |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `herder`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: herdershondNL: pastorNL: veehoeder