Vertalingen ontglippen NL>EN
ontglippen (ww.) | to be a slip of tongue ; to break away ; to elude ; to escape ; to get away ; to slip |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontglippen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ontgaanNL: ontkomenNL: ontschietenNL: ontsnappenNL: ontvallenNL: ontvluchtenNL: per ongeluk zeggenNL: vluchtenNL: wegkomenNL: weglopenUitdrukkingen en gezegdes
NL: hij ontglipte mij
EN: he gave me the slipNL: het woord ontglipte mij
EN: the word slipped outNL: (het jaartal) is mij ontglipt
EN: has slipped my memory