Vertalingen omcirkelen NL>EN
omcirkelen
werkw.
| Uitspraak: | [ɔmˈsɪrkələ(n)] |
| Verbuigingen: | omcirkelde (verl.tijd ) heeft omcirkeld (volt.deelw.) |
een cirkel om iets heen tekenen of maken -
circle around, mark | een rood omcirkeld icoontje - an icon in a red circle |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| omcirkelen (ww.) | to circle ; to draw a circle around ; to encircle ; to surround |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `omcirkelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: draaien omNL: een cirkel tekenen omNL: omsingelenNL: omsluiten