Vertalingen lui NL>EN
I lui
zelfst.naamw.
mensen -
folk jongelui - youngsters |
mijn ouwelui (=mijn ouders) - my old folks
|
II lui
bijv.naamw.
met weinig zin om iets te doen -
lazy We hebben de hamburgers koud opgegeten; ik was te lui om ze te bakken. - We ate the hamburgers cold - I was too lazy to warm it up. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
lui | bearing no interests ; folks ; idle ; lazy ; people ; slack ; slow ; workshy ; slothful |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `lui`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gemakzuchtigNL: liedenNL: loomNL: luitjesNL: moeNL: niets doendNL: traagNL: werkschuwAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; `lazy` wordt wel in US-Engels gebruikt maar niet of zelden in UK-Engels. In UK-Engels gebruikt men `bone-idle` In US-Engels gebruikt men `lazy` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: luie stoel
EN: easy chairNL: hij is liever
lui dan moe
EN: he was born tired