de loop

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[lop]
Verbuigingen:	lopen (meerv.)

1) (van een vuurwapen) buis waar het projectiel uit komt - barrel
2) manier waarop iets zich ontwikkelt - course, development

Verbuigingen:	g.mv. (meerv.)
de loop van het verhaal - story line / plot in de loop der tijd - in the course of time / with time

3) manier van bewegen of route waarlangs iets of iemand zich beweegt - run, way, course

de loop van een rivier - river course

op de loop gaan voor (=vluchten voor) - go on the run

© K Dictionaries Ltd.

de loop (m)	the sprints ; the run ; the race ; the marathon ; the barrel
de loop	the course
loop	route ; tube ; stream ; barrel ; reflux ; pipe ; loop ; gait ; flow ; current ; course ; channel

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra




NL: afwikkeling
NL: doorgang
NL: duur
NL: gang
NL: hardloopwedstrijd
NL: richting
NL: vlucht
NL: voortbeweging

NL: de loop der gebeurtenissen EN: the course (march) of events
NL: loop der treinen EN: train-service
NL: de vrije loop laten EN: give free course to
NL: in de loop der jaren EN: in the course of years
NL: op de loop gaan EN: bolt
NL: op de loop zijn EN: be on the run