Vertalingen knutselen NL>EN
knutselen
werkw.
Uitspraak: | [ˈknʏtsələ(n)] |
Verbuigingen: | knutselde (verl.tijd ) heeft geknutseld (volt.deelw.) |
voor je plezier dingen maken van allerlei materiaal -
fiddle (with), tinker (with/up), knock up met hout, papier en stof een poppenhuis in elkaar knutselen - make a doll house out of wood, paper and fabric een eigen website in elkaar knutselen - knock up a website |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
knutselen (ww.) | to do handicrafts ; to mess around ; to niggling ; to potter ; to tinker |
het knutselen | the fiddling ; the pottering ; the tinkering |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `knutselen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: fröbelenNL: geknutselNL: knutselarijNL: knutselwerkNL: peuterenNL: prutsenNL: sleutelenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: pottering US-spelling: puttering |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: knutselen aan
EN: tinker atNL: in elkaar
knutselen
EN: rig up