Vertalingen knorren NL>EN
knorren (ww.) | to chanter ; to grouse ; to growl ; to grumble ; to purr ; to rumble ; to snarl ; to snore |
knorren | growling ; to growl |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `knorren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brommenNL: knorrend geluid makenNL: ronkenNL: snorrenNL: zagenUitdrukkingen en gezegdes
NL: op iemand
knorren
EN: scold a person, growl at a person