Vertalingen jas NL>EN
jas
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [jɑs] |
Verbuigingen: | -sen (meerv.) |
kledingstuk voor buiten, over je bovenkleren -
coat winterjas - winter coat regenjas - rain coat een jas aandoen als het buiten koud is - put on a coat when it's cold outside je jas uittrekken als je weer thuis bent - back at home take off your coat iemand in zijn jas helpen als hij weggaat - hold a coat for someone when he or she leaves |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de jas (m) | the cloak ; the coat ; the jacket ; the overcoat ; the paletot ; the reefer |
jas | mantle |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `jas`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blazerNL: inzonderheidNL: jasjeNL: jekkerNL: mantNL: mantelNL: overjasNL: voornamelijk