Vertalingen handelen NL>EN
handelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈhɑndələ(n)] |
Verbuigingen: | handelde (verl.tijd ) heeft gehandeld (volt.deelw.) |
1) kopen en verkopen -
deal, trade Hij handelt in oude ijzer. - He trades in old silver. |
2) in actie komen -
do, react snel handelen als iemand een hartaanval heeft - react quickly if someone is having a hart attack kritiek hebben op het handelen van de staatssecretaris - criticize the behaviour of the Secretary of State |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
handelen (ww.) | to carry on a business ; to work ; to trade ; to proceed ; to perform ; to operate ; to do ; to deal with ; to deal ; to agitate ; to act ; to accomplish |
het handelen | the agitating |
handelen | acting ; take action ; negotiate ; do business |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `handelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: actief zijnNL: agerenNL: dingenNL: doenNL: gaan overNL: handdrijvenNL: handel drijvenNL: handeldrijvenNL: levenNL: manipulerenUitdrukkingen en gezegdes
NL: handelen in
EN: deal inNL: handelen in strijd met de wet
EN: contravene the lawNL: handelen volgens advies
EN: act on adviceNL: handelen over
EN: treat of, deal with