Vertalingen feestdag NL>EN
feestdag
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈfesdɑx] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) dag waarop je feest viert -
holiday 2) jaarlijkse dag dat je iets herdenkt -
holiday, commemoration een christelijke feestdag - Christian holiday een nationale feestdag - national holiday op zon- en feestdagen - on Sundays and public holidays |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de feestdag (m) | the anniversary |
de feestdag | the holiday |
feestdag | holiday ; official holiday ; public holiday |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; MWB
Voorbeeldzinnen met `feestdag`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: jaarfeestAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `holiday` In US-Engels gebruikt men `vacation` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: op zon- en
feestdagen
EN: on Sundays and holidays