Vertalingen dwerg NL>EN
de dwerg
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [dwɛrx] |
| Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) klein sprookjesfiguur -
dwarf | Sneeuwwitje en de zeven dwergen - Snow White and the seven dwarfs. |
2) iemand die door een groeistoornis kleine armen en benen heeft -
dwarf, midget | Vroeger heetten ze 'dwergen', nu noemen we ze gewoon 'kleine mensen'. - Earlier they were called 'dwarfs', now we just call them 'small people' |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de dwerg (m) | the gnome ; the imp ; the kobold ; the pixie |
| de dwerg | dwarf ; the dwarf ; the midget ; the munchkin ; the pygmy ; the runt ; the short-arse |
| dwerg | pigmy |
Bronnen: interglot; KNNV Botanical glossary; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `dwerg`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kabouterNL: lilliputter