de drukte

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:

[ˈdrʏktə]

1) situatie dat je het druk (2,2) hebt - strain, pressure, fuss

Ik kom nooit op tijd door die drukte heen. - I am never gonna make it on time with all this fuss around.

2) situatie dat het druk (2,1) is - bustle, overcrowding

In alle drukte op het strand ben ik mijn kind kwijtgeraakt. - I lost my child in the overcrowding on the beach.

© K Dictionaries Ltd.

drukte (ww.)	to hustle
de drukte (v)	the hoo-ha ; the throng ; the stampede ; the squash ; the rush ; the pressure of activities ; the influx ; the hustle and bustle ; the fuss ; the flow ; the ballyhoo
de drukte	the bustle
drukte	activity ; zest ; stir ; spirit ; gusto

Bronnen: interglot; MWB; Wikipedia; Wakefield genealogy pages




NL: beroering
NL: chaos
NL: gedoe
NL: gedrang
NL: geraas
NL: grote menigte
NL: heib
NL: heibel
NL: heisa
NL: heksenketel

Let op; `squash` wordt wel in US-Engels gebruikt maar niet of zelden in UK-Engels. In UK-Engels gebruikt men `vegetable marrow` In US-Engels gebruikt men `squash`

NL: (zaken) in tijden van drukte EN: in times of pressure
NL: de kerstdrukte EN: the Christmas rush
NL: kouwe drukte EN: la-di-da, flah-flah
NL: maak er niet zo'n (kouwe) drukte over EN: don't make such a fuss about it