Vertalingen dominee NL>EN
de dominee
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈdomine] |
Verbuigingen: | s (meerv.) |
iemand die als beroep een kerkdienst leidt in de protestantse kerk en geestelijke zorg geeft -
Reverend, minister Als je ernstig ziek bent, kan de dominee bij je op bezoek komen. - If you get seriously sick, a minister will come visit you. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de dominee (m) | the minister ; the preacher ; the vicar |
de dominee | the clergyman ; the parson ; the rector |
dominee | pastor |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `dominee`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: pastorNL: predikantNL: predikerNL: voorgangerNL: zielenherderNL: zielszorgerNL: zielverzorgerUitdrukkingen en gezegdes
NL: dominee (j.) Mclean
EN: (The) Rev. J(ohn) McleanNL: er ging een
dominee voorbij
EN: there was an angel passing EN: there was a lull in the conversationNL: dominee worden
EN: go into the Church