Vertalingen buitensluiten NL>EN
buitensluiten (ww.) | to alienate ; to debar ; to except ; to except from ; to exclude ; to preclude ; to rule out ; to shut out |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `buitensluiten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: schorsenNL: sluitenNL: uitsluitenNL: uitzonderen