Vertalingen brandschoon NL>EN
brandschoon
1) helemaal schoon -
spotless, clean een brandschone vloer - clean floor |
2) die helemaal geen alcohol of drugs gebruikt heeft -
clean, off druggs or alcohol Ik rij wel, want ik ben brandschoon. - I am completely clean and can drive. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
brandschoon | clean as a whistle ; immaculate ; spick-and-span ; spotless |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `brandschoon`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brandhelderNL: kraakhelderNL: schoonNL: smetteloosNL: vlekkeloos