Vertaal
Naar andere talen: • brandschoon > ENbrandschoon > ESbrandschoon > FR
Vertalingen brandschoon NL>DE

brandschoon

Uitspraak:  [ˈbrɑntsxon]

1) helemaal schoon - blitzsauber
een brandschone vloer - ein blitzsauberer Boden

2) die helemaal geen alcohol of drugs gebruikt heeft - total nüchtern
Ik rij wel, want ik ben brandschoon. - Ich fahre wohl, denn ich bin total nüchtern.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
brandschoon blitzblank ; einwandfrei ; fehlerfrei ; fleckenlos ; keimfrei ; makellos ; sauber ; unbefleckt ; äussers reinlich
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `brandschoon`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: brandhelder
NL: kraakhelder
NL: schoon
NL: smetteloos
NL: vlekkeloos