Vertalingen bespelen NL>EN
bespelen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈspelə(n)] |
Verbuigingen: | bespeelde (verl.tijd ) heeft bespeeld (volt.deelw.) |
1) muziek maken (op een instrument) -
make music het orgel bespelen - play on an organ |
2) optreden voor een publiek en ervoor zorgen dat het reageert zoals jij wilt -
manipulate, play on De acteur bespeelde de zaal op fenomenale wijze. - The actor had complete control over the audience. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het bespelen | the play |
bespelen | play on |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `bespelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: spelen