Vertalingen afjakkeren NL>EN
afjakkeren (ww.) | to drudge ; to put oneself out ; to slave ; to slave away ; to tire out ; to work to pieces |
afjakkeren | fag out ; fatigue ; jade ; overdrive ; override |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `afjakkeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afbeulenNL: afraffelenNL: afslovenNL: ploeterenNL: sappelenNL: slovenNL: zwoegen