Vertalingen zweren NL>EN
zweren
werkw.
| Uitspraak: | [ˈzwerə(n)] |
| Verbuigingen: | heeft gezworen (volt.deelw.) |
1) met een eed plechtig beloven juridisch -
swear, vow, promise | Verbuigingen: | zwoer (verl.tijd ) |
2) een zweer worden medisch -
fester, aggravate, rankle | Verbuigingen: | zweerde (verl.tijd ) |
| een zwerende wond - an festering wound |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| zweren (ww.) | to fester ; to make an oath ; to sore ; to swear ; to swear an oath ; to ulcerate ; to vow |
| het zweren | the ulcer |
| zweren | discharge pus |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `zweren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: belovenNL: een eed afleggenNL: een eed doenNL: etterenNL: ontstekenUitdrukkingen en gezegdes
NL: zwerende vinger
EN: septic (bad) finger EN: (eed) swearNL: ik zweer het
EN: I swear itNL: een eed
zweren
EN: swear an oathNL: wraak
zweren tegen
EN: vow vengeance againstNL: zweren bij God
EN: swear to (by) GodNL: bij iets
zweren
EN: swear by s.th.NL: bij hoog en laag
zweren
EN: swear by all that is holyNL: ik durf er op
zweren
EN: I can (could) swear to itNL: op de bijbel
zweren
EN: swear on the Bible