zelfst.naamw. (m.)
Hij lag drie weken met zijn voet in het gips. - He was down for three weeks with his leg in a cast. |
Voeten vegen! (=<verzoek om met de onderkant van je schoenen over de mat te wrijven voor je verdergaat>) - Wipe your feet (off)!
|
te voet (=zonder vervoermiddel) - on foot
|
iemand voor de voeten lopen (=iemand hinderen doordat je precies daar staat waar hij heen of langs wil lopen of iets doet wat hij wil doen) - stand/be in someone's way
|
uit de voeten kunnen met iets (=kunnen werken of omgaan met iets) - be able to handle something
|
op goede voet staan met iemand (=een goed contact hebben met iemand) - be on friendly terms with someone
|
voet bij stuk houden (=niet toegeven) - stick to one's guns
|
op vrije voeten zijn (=niet meer of nog steeds niet in de gevangenis zitten) - be roaming free
|
je uit de voeten maken (=vluchten) - show a clean pair of heels
|
ten voeten uit (=precies zoals iemand is, heel typerend) - full-scale, typical
Dat is hem ten voeten uit. - That's so typical of him.
|
(een recht, wet, verbod enz.) met voeten treden (=bewust niet doen (wat afgesproken, verplicht, verboden enz. is)) - be absolved from the rules; be above
|
heel wat voeten in de aarde hebben (=veel moeite kosten) - require time and effort
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad voordat het geregeld was. - It took time and effort before it was all arranged.
|
op de voet volgen (=(een ontwikkeling of iemand) van dichtbij volgen) - follow closely
|