het voordeel

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['vordel]
Verbuigingen:	-delen (meerv.)

iets gunstigs of nuttigs, soms in vergelijking met iets anders - advantage, asset, benefit

Een laptop biedt alleen maar voordelen. - A laptop only has advantages. Een papieren luier heeft het voordeel dat je hem niet hoeft uit te wassen. - The advantage of a paper diaper is that you don't have to wash it.

voordeel hebben bij iets (=iets goed kunnen gebruiken) - have an advantage/assets Werkgevers hebben voordeel bij gezonde werknemers. - A healthy employee is an asset to an employer.

je voordeel doen met iets (=iets goed kunnen gebruiken) - get a profit from...; make some good use of... Ze deed haar voordeel met die informatie. - She made good use of this information.

in je voordeel (=(van een eigenschap, situatie, gebeurtenis) zo dat het gunstig is voor jou) - to one's advantage Dat je nog jong bent, werkt in je voordeel. - It's to your advantage that you are still young.

iemand het voordeel van de twijfel geven/gunnen (=ondanks je twijfel toch nog voldoende vertrouwen in iemand hebben) - give (someone) the benefit of a doubt

© K Dictionaries Ltd.

het voordeel	the advantage ; the benefit ; the chance ; the perquisite ; the sheer luck ; the windfall
voordeel	advantage, benefit ; advantages ; benefit ; boon ; gain ; profit ; vantage

Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; MWB; Antiquarian Dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia




NL: baat
NL: buitenkans
NL: buitenkansje
NL: gewin
NL: meevaller
NL: nut
NL: opsteker
NL: pluspunt
NL: pre

NL: hij kent zijn eigen voordeel niet EN: he does not know (on) which side his bread is buttered
NL: zijn voordeel doen met EN: take advantage of, turn to account
NL: voordeel hebben van EN: profit by
NL: voordeel trekken uit EN: profit (benefit) by
NL: in het voordeel van EN: in favour of
NL: in je voordeel EN: to your advantage
NL: hij is in zijn voordeel veranderd EN: he has changed for the better
NL: met voordeel EN: with advantage, with profit
NL: tot voordeel van, ten voordeele van EN: to the advantage (benefit) of