Vertalingen uitsplitsen NL>EN
uitsplitsen (ww.) | to cleave ; to crack ; to divide ; to divorce ; to part ; to separate ; to sever ; to split |
uitsplitsen | break down |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitsplitsen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: loskoppelenNL: ontbindenNL: scheidenNL: splitsenNL: uit elkaar halenNL: uiteengaanAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `parting (in hair)` In US-Engels gebruikt men `part` |