Vertaal
Naar andere talen: • troon > DEtroon > EStroon > FR
Vertalingen troon NL>EN

de troon

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [tron]
Verbuigingen:  tronen (meerv.)

stoel van een koning - throne
uitdrukking op de troon zitten
uitdrukking iemand van zijn of haar troon stoten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de troon (m) the reign ; the throne
Bronnen: MWB; interglot


Voorbeeldzinnen met `troon`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: gestoelte
NL: koningschap
NL: koningstroon
NL: zet
NL: zetel

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: op de troon komen EN: come to the throne
NL: tot de troon geroepen worden EN: be called to the throne