Vertalingen tekort NL>EN
het tekort
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [təˈkɔrt] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
hoeveelheid die ontbreekt -
deficiency, shortage, want een tekort op de begroting - a shortage in the budget Bij bloedarmoede heb je vaak een tekort aan ijzer. - With anemia one often has a shortage of iron in the blood. |
een nijpend/schreeuwend tekort aan financiële middelen (=veel te weinig geld) - super deficit
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het tekort | the deficit ; the tightness ; the shortfall ; the shortcoming ; the shortage ; the scarcity ; the scantiness ; the paucity ; the overdraft ; the needyness ; the lack ; the insufficiency ; the famine ; the deficiency ; the defect ; the debit ; the bank debt |
tekort | absence ; want ; short supply ; demerit ; deficit of water ; deficit ; deficiency ; debit balance |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Vlietstra; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tekort`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bankschuldNL: debetNL: deficiëntieNL: deficitNL: gebrekNL: krapteNL: mancoNL: schaarsheidNL: schaarsteNL: tekortsaldoAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; `overdraft` wordt wel in UK-Engels gebruikt maar niet of zelden in US-Engels. In UK-Engels gebruikt men `overdraft` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: tekort aan arbeidskrachten
EN: labour shortageNL: tekort aan kennis
EN: gap in one's knowledgeNL: een
tekort hebben aan
EN: be short ofNL: een
tekort aan personeel hebben
EN: be short of staffNL: tekort aan slaap
EN: lack of sleepNL: een
tekort dekken
EN: make up a deficitNL: een
tekort inhalen
EN: make up (for) arrears