Vertalingen toespraak NL>EN
toespraak
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈtusprak] |
| Verbuigingen: | -spraken (meerv.) |
samenhangend verhaal waarmee je je richt tot een bepaald publiek -
address, speech | een toespraak houden - hold a speech |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de toespraak | the address ; the speech |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `toespraak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lezingNL: oratieNL: preekNL: redeNL: redevoeringNL: sermoenNL: speechNL: spreekbeurtNL: voordrachtUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
toespraak houden
EN: give an address