Vertalingen toespraak NL>DE
toespraak
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈtusprak] |
| Verbuigingen: | toespraakspraken (meerv.) |
samenhangend verhaal waarmee je je richt tot een bepaald publiek -
Ansprache (die ~), Rede (die ~) | een toespraak houden - eine Ansprache/Rede halten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de toespraak (v) | die Rede |
| de toespraak | die Ansprache ; das Konzert ; die Lesung ; die Rede |
| toespraak | Sprache |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `toespraak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lezingNL: oratieNL: preekNL: redeNL: redevoeringNL: sermoenNL: speechNL: spreekbeurtNL: voordracht