scheef

bijv.naamw.

Uitspraak:

[sxef]

niet verticaal en niet horizontaal - crooked, askew, squinted

Dat oude dijkhuisje is een beetje scheef gezakt. - That old house on the dike stands a bit askew.

een scheve schaats rijden (=iets doen wat niet hoort) - overstep the limit

© K Dictionaries Ltd.

scheef

sloping ; slanting ; skew ; oblique ; lopsided ; leaning ; crooked ; scheef ; skew ; askew ; out of true ; out of alignment ; off-grain ; fine flake ; bevel ; bent ; awry

Bronnen: interglot; KNNV Botanical glossary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; Vlietstra




NL: argwanend
NL: dwars
NL: hellend
NL: jaloers
NL: krom
NL: lijp
NL: schuin
NL: vals
NL: verkeerd

NL: scheve verhouding EN: false position
NL: ik zal je er niet scheef om aankijken EN: I won't hold it against you
NL: scheef groeien EN: grow crooked
NL: scheef houden EN: tilt (a plate), cock (one's head)
NL: scheef voorstellen EN: misrepresent
NL: scheef zetten EN: cock (one's hat)
NL: scheef zitten EN: sit sideways, sit awry
NL: je das zit scheef EN: your tie is crooked