Vertalingen oppas NL>EN
de oppas
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈɔpɑs] |
Verbuigingen: | -sen (meerv.) |
iemand die tijdelijk voor kleine kinderen zorgt -
babysitter We konden geen oppas krijgen, dus we konden niet komen. - We couldn't get a babysitter, so, no, we couldn't come. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de oppas (m) | the babysitter ; the child minder ; the nanny ; the nurse |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `oppas`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baby-sitterNL: babyoppasNL: babysitNL: babysitterNL: kinderoppas