de leiding

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ˈlɛidɪŋ]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

1) het leiden (2) - direction, leadership, management

een handelsmissie onder leiding van de staatssecretaris - a trade mission led by the Secretary of State

aan de leiding gaan (=(in een wedstrijd) de voorste positie innemen) - go in the lead

2) leidinggevende personen - directors, leaders, management

De leiding nam alle verantwoordelijkheid op zich. - The leadership took all the responsibility.

3) buis, draad of ander voorwerp waar vloeistof, gas of electriciteit doorheen gaat - pipe, duct, wiring

waterleiding - water supply/pipe

© K Dictionaries Ltd.

leiding (ww.)	to value ; to cable
de leiding (v)	the taking the lead ; the stock price ; the quotation ; the pipe ; the leading ; the front position ; the duct ; the direction ; the board of managers ; the board of directors
de leiding	the line ; the administration
leiding	tubing ; circuit ; tube ; telecommunication circuit ; steering ; stage ; platform ; managerial control ; management ; link ; lead ; guide ; duct ; connection ; conduit

Bronnen: interglot; Vlietstra; Wikipedia; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; MWB




NL: aanvoeren
NL: aanvoering
NL: beheer
NL: besturing
NL: bestuur
NL: buis
NL: directie
NL: gedrag
NL: geleiding
NL: houding

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: connexion US-spelling: connection

NL: leiding der zaken EN: conduit of affairs
NL: leiding geven aan EN: give guidance to
NL: de leiding hebben EN: (sport) lead
NL: de leiding nemen EN: take the lead
NL: onder leiding van EN: under the leadership of
NL: (kerk)dienst onder leiding van EN: service conducted by
NL: de vergadering stond onder leiding van EN: the meeting was presided by