het land

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[lɑnt]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

1) gebied met grenzen en een eigen regering - country, land

de landen van Europa - European countries ontwikkelingslanden - developing nations

2) stuk grond van een boer - land, farm

op het land werken - work on the farm/land

3) deel van de aarde dat boven het water uitsteekt - land

vanuit de boot aan land gaan - go ashore

4) deel van de uitdrukking:

het land hebben aan (=een erge hekel hebben aan (iets of iemand)) - hate (someone) to the depths of the earth

© K Dictionaries Ltd.

het land	the empire ; the state ; the scenery ; the nation ; the landscape ; the land ; the kingdom ; the field ; the estate ; the countryside ; the country side ; the country
land	acre ; soil ; landlocked ; land ; earth ; country

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Omegawiki.org; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




NL: akker
NL: gewest
NL: grond
NL: grondgebied
NL: imperium
NL: kust
NL: landmassa
NL: landschap
NL: moederland
NL: natie

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `estate ` In US-Engels gebruikt men `wagon`

NL: hij heeft veel land EN: he owns a great deal of land
NL: het land van belofte EN: the promised land
NL: 's lands wijs, 's lands eer EN: so many countries, so many customs
NL: het land hebben EN: be annoyed
NL: ergens het land aan hebben EN: hate s.th.
NL: aan alles het land hebben EN: be fed up with everything
NL: het land hebben over EN: be (feel) annoyed at
NL: het land krijgen aan EN: take a dislike to
NL: aan land gaan EN: go ashore
NL: door land ingesloten EN: land-locked
NL: aan land komen EN: land
NL: aan land zetten EN: land, put on shore
NL: de zomer is in 't land EN: summer has arrived
NL: op 't land EN: in the country EN: (work) on the land
NL: over land EN: by land
NL: ver/diep in het land EN: far up-country
NL: te land komen EN: land
NL: een meisje van 't land EN: a country-girl
NL: uit welk land kom je? EN: what nationality are you?
NL: uit het land zetten EN: expel a person, deport