het kleed

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[klet]
Verbuigingen:	kleden (meerv.)

1) stuk stof waarmee je iets bedekt - rug, carpet

een wollen kleed op de grond - a woolen rug on the ground tafelkleed - tablecloth

2) jurk - dress

Zij heeft een mooi kleedje aan. - She's got a nice dress on.

© K Dictionaries Ltd.

kleed (Vlaams)	the dress
de kleed (m)	the carpet ; cloth ; the rug
kleed	article of clothing ; garment ; robe

Bronnen: MWB; interglot; mwb; Wakefield genealogy pages; Wikipedia




NL: karpet

Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `dressing gown` In US-Engels gebruikt men `robe`

NL: kleren maken de man EN: fine feathers make fine birds
NL: dat raakt zijn kouwe kleren niet EN: it leaves him cold
NL: Iemand in de kleren steken EN: clothe a person
NL: dat gaat je niet in je (kouwe) kleren zitten EN: that takes the stuff out of you