Vertalingen kanjer NL>EN
de kanjer
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈkɑnjər] |
| Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) iemand die iets heel goed kan of heel aantrekkelijk is -
whizz kid, top player, the best Hij is een kanjer in het opvoeren van scooters. - He is the best guy around to tune up a scooter.
Hij heeft twee kanjers van dochters. - He's got two daughters, both pretty morsels. |
2) iets dat voor zijn soort heel groot is -
whacking good | De viswinkel heeft een kanjer van een zalm in de etalage. - The fish store has a whacking good salmon in the window. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de kanjer (m) | the colossus ; the hunk ; the monster ; the stunner ; the whopper |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `kanjer`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gevaarteNL: joekNL: joekelNL: knaapNL: knoepertNL: knoertNL: kokkerNL: kokkerdNL: loeiNL: spetter
