Vertalingen kanjer NL>DE
de kanjer
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈkɑnjər] |
Verbuigingen: | kanjers (meerv.) |
1) iemand die iets heel goed kan of heel aantrekkelijk is -
Ass (das ~), Prachtstück (das ~) Hij is een kanjer in het opvoeren van scooters. - Er ist ein Ass im Aufdrehen von Scootern. Hij heeft twee kanjers van dochters. - Er hat zwei Prachtstücke als Töchter. |
2) iets dat voor zijn soort heel groot is -
Riese (der ~) De viswinkel heeft een kanjer van een zalm in de etalage. - Der Fischladen hat einen Riesen von Lachs im Schaufenster. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kanjer (m) | das Ass ; die flotte Biene ; der heißer Typ ; der Koloß ; der Könner ; das Monstrum ; das Mordsding ; das Prachtweib ; der Riese ; der toller Typ ; das Ungetüm |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `kanjer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gevaarteNL: joekNL: joekelNL: knaapNL: knoepertNL: knoertNL: kokkerNL: kokkerdNL: loeiNL: spetter