Vertalingen jasje NL>EN
het jasje
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈjɑʃə] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
kort jasje, vooral voor binnen -
jacket, house frock Je jasje past goed bij je broek. - Your jacket matches your pants. |
iemand aan zijn jasje trekken (=iemand aanspreken om iets te bespreken) - pull on (someone's) sleeve; remind
Ik zal hem morgen over die kwestie aan zijn jasje trekken. - I'll remind him tomorrow about this issue.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het jasje | the jacket ; the reefer |
jasje | jacket |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `jasje`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blazerNL: buisNL: colbertNL: jasNL: jekker