Vertalingen hun NL>EN
hun
pronoun
1) <je zegt dit als iets van meer mensen is>
-
their De buren hebben hun huis verkocht. - The neighbors sold their house. |
2) <je zegt dit als je over meer mensen praat>
aan of voor betrokkenen -
them Ik heb hun mijn huisadres gegeven. - I've given them my house address. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de Hun (m) | the Hun |
Hun | them ; her ; his ; its ; their ; theirs |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `hun`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: henNL: mof