de hond

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[hɔnt]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

dier dat blaft - dog

Veel mensen hebben een hond als huisdier. - Many people have a dog for a pet.

jonge hond (=iemand die jong, enthousiast en nog een beetje naïef is) - fledgling, tyro, greenhorn, newbie Dat computerbedrijf heeft een stel jonge honden in dienst. - That computer company has a bunch of newbies on the payroll.

geen hond (=niemand) - nobody, no one De inzameling belooft niet veel goeds, er is nog geen hond geweest. - The collection is not going so well, nobody has come so far.

als een hond behandelen (=(iemand) slecht behandelen) - treat like a dog

de gebeten hond zijn (=de schuld krijgen) - take the blame

bekend zijn als de bonte hond (=ongunstig bekend staan) - have a bad reputation

blaffende honden bijten niet (=voor mensen die een hoop herrie maken hoef je niet bang te zijn) - barking dogs don't bite

de honden lusten er geen brood van (=het is schandalig) - even a dog would turn it down

de hond in de pot vinden (=komen als het eten op is) - be late for the occasion; miss the attraction

© K Dictionaries Ltd.

de hond (m)	the dickhead ; the dog ; the hound ; the piece of shit ; the shit
de hond	the canine
hond	dog

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; memberfiles.freewebs.com; Download IATE, European Union, 2017.




NL: eik
NL: eikel
NL: fik
NL: hondje
NL: klootzak
NL: lul
NL: mormel
NL: schobbejak
NL: schoelje
NL: schoft

NL: jonge hond EN: puppy, pup
NL: rode hond krijgen EN: get German measles
NL: blaffende honden bijten niet EN: barking dogs seldom bite
NL: een dode hond bijt niet EN: dead men tell no tales
NL: kwade honden bijten elkaar niet EN: dog will not eat dog
NL: komt men over de hond dan komt men over de staart EN: time and the hour run through the roughest day
NL: met onwillige honden is het kwaad hazen vangen EN: you may lead a horse to water, but you cannot make him drink
NL: men moet geen slapende honden wakker maken EN: let sleeping dogs lie
NL: wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok EN: any stick will do to beat a dog
NL: twee honden vechten om een been, een derde loopt ermee heen EN: two dogs fight for a bone, and a third runs away with it
NL: de hond in de pot vinden EN: go without one's dinner