de elleboog

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈɛləbox]
Verbuigingen:	-bogen (meerv.)

buitenkant van het gewricht in het midden van je arm - elbow

Au! Ik stootte mijn elleboog aan de deur. - Ouch! I banged my elbow against the door.

met je ellebogen werken (=een carrière maken ten koste van andere mensen) - get on top by wheeling and dealing; work one's elbows

Hij heeft het achter de ellebogen. (=hij is achterbaks) - He is a sneaky fellow.

© K Dictionaries Ltd.

de elleboog (m)	the elbow
elleboog	bent tube ; bow ; branch pipe ; elbow ; elbow tube ; sharp bend

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: zijn ellebogen staken door zijn mouwen EN: he was out at elbows
NL: hij heeft ze achter de ellebogen EN: he is a sneak