Vertalingen DIT NL>EN
dit
pronoun
1) <je gebruikt dit woord als je iets aanwijst>
-
this Wil je dit boek of dat boek hebben? - Do you want this book or that book? |
2) <je gebruikt dit woord als je naar iets wijst dat dichtbij is>
-
this In dit huis ben ik geboren. - I was born in this house. |
3) <je gebruikt dit woord als je over iets praat dat al eerder gezegd is>
-
this Ik heb spijt van mijn oneerlijkheid. Dit doe ik nooit meer. - I am sorry for my dishonesty. I will never do it again. |
4) deel van de uitdrukking: over ditjes en datjes praten (=over allerlei dingen praten) - talk about everything and anything/triffles
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het dit | the this |
dit | these |
DIT (Afkorting) | diiodotyrosine ; DIT (Afkorting) |
dit | this here |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `DIT`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: datNL: dezeNL: dieUitdrukkingen en gezegdes
NL: dit zijn jouw schoenen
EN: these are your shoes