I dicht

bijv.naamw.

Uitspraak:

[dɪxt]

waar niets in of doorheen kan gaan - closed, shut

een dichte deur - a closed door slapen met dichte gordijnen - sleep with closed curtains Na zes uur is de winkel dicht. - The store closes at six o'clock.

II dicht

bijwoord

Uitspraak:

[dɪxt]

met weinig ruimte ertussen - close/tight/huddled together; next to each other

Het is koud en daarom staan we dicht bij elkaar. - It is cold, and that's why we huddle together. De bomen staan dicht op elkaar. - The trees stand next to each other.

© K Dictionaries Ltd.

dicht

closed ; dense ; dense ; locked ; sealed ; shut ; compact ; concentrated ; sealed ; sealed light ; thick ; tight ; watertight ; well-compacted

Bronnen: interglot; KNNV Botanical glossary; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary




NL: aaneengesloten
NL: afgesloten
NL: dicht opeen
NL: geloken
NL: gesloten
NL: op slot
NL: toe

NL: het wil niet dicht EN: it won't shut
NL: dicht bij EN: near, hard by, close to
NL: dicht op EN: close upon
NL: sta niet zo dicht op elkaar EN: don't crowd together so