Vertalingen beloven NL>EN
beloven
werkw.
Uitspraak: | [bəˈlovə(n)] |
Verbuigingen: | beloofde (verl.tijd ) heeft beloofd (volt.deelw.) |
(iemand) zeggen dat je zeker iets zult doen of geven -
promise beloven dat je de afwas zult doen - promise to wash the dishes een snoepje beloven - promise a cookie |
Beloofd is beloofd. (=wat je belooft moet je doen) - A promise is a promise!
|
Het belooft een mooie dag te worden. (=Het zal vandaag vast mooi weer worden.) - It promises to be a fine day.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
beloven (ww.) | to bid fair ; to offer ; to promise ; to vow |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `beloven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doen verwachtenNL: toezeggenUitdrukkingen en gezegdes
NL: het belooft een mooie dag te worden
EN: it promises (bids fair) to be a fine dayNL: beloven en doen zijn twee
EN: it is one thing to promise and another to performNL: dat belooft wat!
EN: that sounds promising!