Vertalingen bel NL>EN
bel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bel] |
Verbuigingen: | -len (meerv.) |
apparaat waar je op drukt of aan trekt en dat een rinkelend geluid maakt -
bell deurbel - doorbell fietsbel - bike bell De bel gaat. - The bell is ringing. |
aan de bel trekken (=alarm slaan) - ring the door bell
|
belletje trekken (=ondeugend spel waarbij je ergens aanbelt en dan hard wegrent) - Knock, Knock, Ginger!; bel-ditching
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bel | the bell ; the bubble ; the doorbell |
BEL (Afkorting) | beluga whale ; white whale |
bel | alarm ; beauty ; bel ; bladder ; blister ; bubble ; cluster ; inclusion ; little bell |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `bel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: klokNL: plasNL: schelUitdrukkingen en gezegdes
NL: op de
bel letten
EN: answer the bell EN: (luchtbel) bubble EN: (oorbel) ear-drop