Vertalingen badgast NL>EN
de badgast
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈbɑtxɑst] |
| Verbuigingen: | -en (meerv.) |
bezoeker van badplaats die daar gaat zwemmen of zonnen -
seaside visitor, vacationer | Het strand lag vol badgasten. - The beach was full of people. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de badgast (m) | the bather ; the seaside visitor |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `badgast`

Voorbeeldzinnen laden....