Vertaal
Naar andere talen: • badgast > ENbadgast > ESbadgast > FR
Vertalingen badgast NL>DE

de badgast

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈbɑtxɑst]
Verbuigingen:  badgasten (meerv.)

bezoeker van badplaats die daar gaat zwemmen of zonnen - Badegast (der ~)
Het strand lag vol badgasten. - Der Strand lag voll mit Badegästen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de badgast (m) der Badegast ; der Badender ; der Kurgast
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `badgast`
Voorbeeldzinnen laden....