bekend

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bəˈkɛnt]

1) als veel mensen weten wie je bent - familiar, prominent, well-known

algemeen bekend - generally well-known dat verhaal is mij bekend - I know what's it all about

Je komt me bekend voor. (=ik denk dat ik je ken) - You look familiar.

ergens bekend zijn (=ergens de weg weten) - be familiar with surroundings

2) door veel mensen gekend - well-known, popular, prominent

een bekende acteur - a well-known actor bekend om/wegens - popular because of...

© K Dictionaries Ltd.

bekend

familiar ; known ; trusted ; abreast ; acquainted ; well-known

Bronnen: interglot; Wikipedia; Wakefield genealogy pages




NL: aanzienlijk
NL: befaamd
NL: belangrijk
NL: beroemd
NL: Erkend
NL: Geaccepteerd
NL: geacht
NL: gewaardeerd
NL: groot
NL: ruchtbaar

NL: bekend staan als EN: be known as
NL: bekend zijn met EN: be acquainted with
NL: enigszins bekend zijn met EN: possess some knowledge of
NL: dat is algemeen bekend EN: that is generally known, that is a matter of common knowledge
NL: als bekend aannemen EN: take for granted
NL: bekend met EN: acquainted with
NL: ben je hier bekend? EN: do you know this place?
NL: ik ben hier niet bekend EN: I am a stranger here
NL: bekend maken EN: make known, announce
NL: bekend raken met iemand EN: get to know a person
NL: (on)gunstig bekend staan EN: have a good (bad) name, be in good (bad) repute
NL: bekend staan als de bonte hond EN: have a very bad reputation
NL: dat komt mij bekend voor EN: that sounds (seems) familiar to me
NL: bekend worden EN: become known, (van dingen ook) get round (around)