I band

m

Uitspraak:

[bɑnt]

1) rubberen ring met lucht erin rond een wiel - tyre

een lekke band - a leaking tyre de band oppompen - pump up a tyre een band plakken - plug a tyre

2) langwerpige strook van een bepaalde stof - band, tape, belt

een leren band - leather belt isolatieband - friction tape plakband - adhesive tape

uit de band springen (=alle controle over zichzelf verliezen, gek doen) - lose control, go wild

iemand of iets aan banden leggen (=iemand of iets beperken in macht of uitwerking) - curb (someone's) scope

Dat gebeurt aan de lopende band. (=dat gebeurt steeds opnieuw) - It is on a loop.

3) magnetische kunststof strook waarop beeld of geluid kan worden vastgelegd - band, track, tape

iets op de band zetten/opnemen - put (something) on a record de band afdraaien - spin records de band terugspoelen - play back

4) dat wat verbindt - band, bond, relation

een hechte/nauwe/vaste band - a tight relationship banden aanknopen/smeden - forge links een band verbreken - break a bond de band aanhalen - strengthen ties

dat schept een band (=dat maakt dat mensen vertrouwelijker met elkaar omgaan) - that brings people together

II de band

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[bɛnt]
Verbuigingen:	-s (meerv.)

groep mensen die lichte muziek maakt - musical band

een jazzband - a jazz band

© K Dictionaries Ltd.

de band (m)	the volume ; the adhesive tape ; the agreement ; the alliance ; the association ; the band ; the belt ; the binding ; the bond ; the book ; the connection ; the league ; the junction ; the union ; the thickness ; the relationship ; the relation ; the pact ; the nexus ; the link ; the liaison
de band	the tyre ; tire (Amerikaans) ; the tie ; the tape ; the ribbon
band	tying strip ; tyre ; volume ; wrapper ; tie ; fillet ; band ; bandage ; bandage dressing ; bar ; binding ; border ; brace bracket ; braid ; brim ; brink ; conveyor ; cover ; dance-band ; edge ; edging ; assembly line ; fringe ; jazz-band ; ligament ; newspaper wrapper ; orchestra ; ray ; rim ; section width ; strap ; string ; strip ; strip steel ; stripe ; tape

Bronnen: interglot; Vlietstra; mwb; Wikipedia; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek




NL: aansluiting
NL: akkoord
NL: autoband
NL: beatband
NL: beeldband
NL: betrekking
NL: betrokkenheid
NL: binding
NL: boei
NL: boek

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: connexion US-spelling: connection

NL: lopende band EN: conveyor-belt, assembly-belt, assembly-line
NL: aan de lopende band geproduceerd EN: mass-produced EN: (van vat) hoop EN: (van wiel) tire, tyre
NL: nauwe banden hebben met EN: have close relationships with
NL: aan de band leggen EN: tie up (a dog)
NL: Iemand aan banden leggen EN: restrain a person
NL: uit de band springen EN: kick over the traces