Vertalingen aanrekenen NL>EN
aanrekenen (ww.) | to accuse ; to blame ; to count to ; to discredit ; to hold against ; to hold it against s.o. ; to rebuke ; to remove ; to reprimand ; to reproach ; to resent |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aanrekenen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanwrijvenNL: berispenNL: beschuldigenNL: blamerenNL: gispenNL: iemand iets verwijtenNL: kwalijk nemenNL: lakenNL: nadragenNL: verwijtenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand iets
aanrekenen
EN: (figuurlijk) blame a person for s.th., hold it against a personNL: Iemand iets als een eer
aanrekenen
EN: give a person credit for s.th.